Met een zonnebloem (officieel: Helianthus) heb je altijd een zonnetje in de buurt. Het is een plant van formaat, die anderhalf tot drie meter hoog kan worden, al zijn er ook kleinere soorten. De ruw behaarde stengel wordt bekroond met een of meerdere indrukwekkende bloemen, die een doorsnee van wel 60 cm kunnen krijgen. Allemaal hebben ze een donker hart met daaromheen bloemblaadjes als stralende franje. De meeste zonnebloemen zijn geel, maar er zijn ook oranje, roodbruine en tweekleurige soorten. Zonnebloemen bloeien van juli tot oktober en trekken veel belangstelling van vogels en bijen. Laat je de uitgebloeide bloemen liggen, dan hebben de vogels daar nog maanden plezier van, als herfst- en winterbuffet.
Herkomst
De zonnebloem komt oorspronkelijk uit Noord- en Zuid-Amerika. Daar werden ze al rond 1.000 voor Christus in akkertjes gekweekt vanwege de eetbare zaden, de bladeren dienden als veevoer. In 1530 werden zonnebloemen en -pitten door Spaanse zeelieden naar Europa gebracht. Tegenwoordig bloeien zonnebloemen vrijwel overal waar een gematigd klimaat heerst. De grootste zonnebloemdichtheid vind je ten noorden van de Zwarte Zee.
Trivia
-
Als de bloemknop van een zonnebloem nog gesloten is, draait die op zonnige dagen mee met de zon en wendt zich 's nachts weer naar het oosten. Dat noemen we heliotropisme.
-
Zonnebloemen worden vooral gekweekt om zonnebloemolie van te maken. Die bevat linolzuur, goed voor het cholesterolgehalte in het bloed.
-
De Inca's vereerden de bloemen als symbool van hun zonnegod.
-
De reeks stillevens met zonnebloemen die Vincent van Gogh schilderde in 1887 en 1889 behoren tot de beroemdste kunstwerken ter wereld. Het zonnebloemveld dat hem het meest inspireerde, lag bij Arles in Frankrijk.
-
Zonnebloemen staan bekend om hun symmetrie, gebaseerd op Fibonacci nummers (volmaakte getallen) en de gulden snede (volmaakte verhoudingen in wiskunde).
