Venusvliegenvanger (wetenschappelijk naam: Dionaea muscipula) ziet eruit alsof hij rechtstreeks uit een stripverhaal komt, met zijn hapgrage uitstraling en bizarre vormen. Deze kleurrijke vleesetende plant kan echter ook als vegetariër overleven. Aanwinst voor terrariums, blikvanger in gezelschap van collega-carnivoren en een fijne conversatiestarter in gezelschap. Verder volstrekt ongevaarlijk, mensen bijt ie niet.
Kleuren en vormen
De basis van venusvliegenvanger is een rozet waaruit vijf tot tien bladstelen groeien. Die eindigen in wat een bekje met tandjes lijkt, maar in werkelijkheid twee blaadjes met voelhaartjes zijn. In de zon kan het 'bekje' dieprood kleuren, wat mooi staat bij het heldere groen. Insecten – vooral vliegen – komen op de rode kleur en nectar af. Landt een vlieg op de nectar en raakt die binnen 20 seconden twee keer of vaker een voelhaartje, dan klappen de blaadjes dicht. Venusvliegenvanger maakt vervolgens een afscheiding aan die het insect verteert, daar doet hij een dag of tien over. Elk blad kan een beperkt aantal insecten verteren voor het afsterft en een nieuw blad aangroeit. Soms groeit tussen de bladeren een witte bloem, wat de plant nóg vreemder maakt, op een mooie manier.
Symboliek
De betekenis van venusvliegenvanger is 'doorzetten'. De plant dankt dat aan het feit dat als hij eens mis heeft gehapt bij een bezoekende vlieg een paar uur mokkend dicht blijft, maar zich dan herstelt. Het bekje gaat gewoon weer open om het opnieuw te proberen: nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Herkomst
De venusvliegenvanger (ook bekend als venusvliegenval) is een vleesetende plant uit de zonnedauwfamilie. De plant komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten en groeit in het wild alleen op zandige veengronden tussen grassen en verspreide naaldbomen in North Carolina.