Kleuren en vormen
Vol en rijk, dat zijn de eerste woorden die je te binnen schieten als je oog in oog staat met een Tradescantia, ook bekend als vaderplant. De hangplant groeit gul en grillig, met zigzagstengels en lancetvormige bladeren waarin een vleugje rozerood of paars, maar ook zilver en goud kan zitten. Die bladeren voelen precies zo aan als ze eruit zien: sappig en verrassend zacht. De bloemen zijn paarsblauw, wit of roze, maar de schoonheid van deze woonplant zit toch vooral in het bonte blad dat kan kleuren van keurig groen tot psychedelisch paars, in één plant.
Symboliek
Het verhaal van Tradescantia komt voort uit de Middeleeuwse bijnaam: Dwalende Jood. Er zijn verschillende versies van, maar ze komen allemaal neer op het gegeven dat er een man (soms heet hij Cartaphilus, soms Malchus, en soms Ahasuerus) zou zijn die al sinds de kruisiging van Jezus Christus in leven is en in leven moet blijven tot de Messias terugkeert op aarde. Het element van onsterfelijkheid duidt op het feit dat deze woonplant een zeer optimistisch karakter heeft en inderdaad kans ziet overal naar toe te dwalen als je hem goed verzorgt.
Herkomst
Tradescantia is inheems in Noord- en Zuid-Amerika. Er zijn ongeveer zestig soorten, waarvan de meeste hangen, al zijn er ook een paar die de hoogte in groeien. Hoewel het geen vetplant is, zijn de stengels wel in staat om aardig wat vocht op te slaan. Dat maakt Tradescantia nogal vergevingsgezind als je eens vergeet om water te geven. De plant is genoemd naar John Tradescant Sr, een tuinman in dienst van de Engelse koning Karel I door zijn zoon John Jr, botanicus en ontdekkingsreiziger. De plant veroverde rond 1662 Europese hoven en bleek zo makkelijk te vermeerderen dat het een van de weinige vroege kamerplanten is die ook al vrij snel in 'gewone' huiskamers stond.
