Kleuren en vormen
De plant heet dan wel stengelloze sleutelbloem (officiële naam: Primula aucalis) maar heeft wel degelijk stengels. Ze zijn alleen heel kort, omdat de steel ingebed ligt in de bladrozet, zodat de bloemen pal op het blad lijken te bloeien. Ze hebben hartvormige bloemblaadjes en zijn vaak kuikengeel met een iets donkerder oog, al zijn er ook kweekvariëteiten in onder andere zachtroze en bruin. De kleuren lenen zich perfect om paassfeer mee te creëren en de planten doen het goed als lentebloeiers in de volle grond en in bakken. De bloei is van begin maart tot eind april.
Herkomst
Stengelloze sleutelbloem is familie van de klassieke primula in knalkleuren, maar ziet er iets natuurlijker uit. Er zijn meer dan 400 verschillende soorten van. In het wild vind je de plant vaak in het bos onder bomen, tussen het struikgewas en aan beekjes, want hij houdt van vocht en schaduw. De wilde stengelloze sleutelbloem komt voor van het zuiden van Noorwegen tot het noorden van Afrika, zijn groeigebied eindigt in het oosten bij de Zwarte Zee. Grappig is dat de bestuiving vaak wordt gedaan door de citroenvlinder. Die is bijna onzichtbaar op de plant, zodat het soms net lijkt of een van de bloemen weg fladdert.
Trivia
● Primula is de verkleiningsvorm van primus wat in het Latijn 'eerste' betekent. Het wijst op de vroege bloei van veel soorten.
● In oude Germaanse culturen stond de stengelloze sleutelbloem symbool voor 'vonk'. Het was vaak de eerste bloem die opkwam en de aarde liet 'vonken'.
● Stengelloze sleutelbloem figureert in veel oude gedichten en verhalen. Vooral William Shakespeare noemde de plant vaak, zijn tuin stond er dan ook vol mee.