Rood, roze, oranje, geel, wit, blauw en paars. Een stralende bloemen met een open karakter, dat is ranonkel. Enkelvoudig, halfgevuld, dubbelbloemig, met ruches, roosaspiraties en pioenambities, ze zijn verkrijgbaar in alle denkbare vormen. Maar wel allemaal met de uitstraling alsof ze zo uit een bloeiende wei komen. De plant groeit uit grillig gevormde knolletjes die ook wel klauwtjes worden genoemd. Potranonkels bloeien in vanaf begin maart tot eind april. Zelfs als ze uitgebloeid zijn, blijven ze nog mooi, want het pluizige zwarte hartje groeit nog een tijdje door.
Moerasprinses genoemd naar een kikker
Ranonkel is een plantenfamilie met zo'n 2000 soorten, waarvan de meeste voorkomen in gematigde klimaatzones op het noordelijk halfrond. De officiële naam is Ranunculus, afgeleid van het Latijnse 'rana' voor kikkertje. Het verwijst naar de vindplaats in de natuur: ranonkel gedijt uitstekend in drassige, moerassige gebieden. De plant doet het goed in vochtige borders en perken en heeft het meeste impact in groepjes. Voor planten en bakken gebruik je het beste laagblijvende ranonkels, dan komen de vele laagjes van de bloemblaadjes het mooist tot hun recht.
Ranonkel trivia
-
Ranonkel staat symbool voor charme. In de Victoriaanse bloementaal was iemand ranonkels geven een manier om te zeggen: 'Ik vind je rijk aan aantrekkelijkheden'.
-
Elk land noemt 'm ook boterbloem: Perzische, Hollandse, Franse en Schotse boterbloem, het zijn allemaal ranonkels (en behoren tot dezelfde plantenfamilie).
-
De bloem speelt een hoofdrol in een bekende Iraanse sage over een verlegen prins die zijn liefde niet aan een leuke nimf durfde te verklaren. Hij stierf aan een gebroken hart en veranderde in een ranonkel, die zijn geheim verborgen houdt in haar bloemblaadjes.