Als de rest van de tuin er een beetje uitgeput bij begint te staan, heb je aan pluimspirea (wetenschappelijke naam: Astilbe) een sassy showgirl om de boel weer een beetje op te schudden. De plant heeft diep ingesneden groene bladen die in het najaar karamelkleurig worden. Deze tint houden ze de hele winter, zo geven ze wat kleur aan de tuin.
Wuivende pluimen
Pluimspirea bloeit met prachtige pluimen. Die kunnen wit, geel en zachtroze zijn, maar ook lila, felroze, rood en paars, afhankelijk van de soort. Ook uitgebloeid zien de pluimen er nog decoratief uit: lekker laten zitten, ze zijn in de winter mooi met wat rijp of sneeuw erop. En in het voorjaar vormen ze fijn nestmateriaal voor de vogels. Er zijn pluimspirea's die slechts 25 cm hoog worden, maar ook die zo'n 70-100 cm de hoogte in gaan. Zet ze in groepjes voor het optimale effect van fleurig wuivende pluimen in de wind.
Piepkleine zaadjes
Kruidachtige pluimspirea hoort bij de steenbreekfamilie en groeit in bergachtige gebieden en aan de randen van bossen in Azië en Noord-Amerika. Er zijn veertien soorten van bekend, de plant kwam aan het einde van de 18de eeuw naar Europa. De meeste pluimspirea's van nu vinden hun oorsprong in de kas van Duitse kweker George Arends (1862-1952) die ze veredelde. Dat was nog een hele klus, want de zaadjes van pluimspirea zijn heel klein, ze hebben het formaat van een stofje.
Pluimspirea trivia
• Pluimspirea is erg populair in Zuid-Korea, waar er complete tuinen aan worden gewijd.
• In de plantensymboliek staan de zachte pluimen voor 'ik wacht op je'.
• Elke streek heeft zijn eigen favorieten. In het verre oosten doen de gele, koraalkleurige en rode pluimspirea's het goed, in het westen zijn de witte, roze en paarse meer in trek.
