Zachtblauw, hemelsblauw, lila, kobalt, ridderspoor (officieel: Delphinium) is vooral bekend om zijn vele blauwnuances, al zijn er ook met witte, gele, paarse, rode en roze bloemen. Die groeien in pluimen langs een stengel die wel 2 meter hoog worden. Dat zorgt voor kleur op een hoogte waar je het normaal gesproken niet verwacht. De plant heeft een trendy pluktuinuitstraling en wordt door de bloeiperiode van juni tot augustus vooral geassocieerd met zomerse zaken, ook omdat het een echte vlindertrekker is. Slakken zijn er helaas ook dol op, maar die hou je weg met schelpengruis of slakkenkorrels. Die laatste kun je het beste in februari al om voet van de plant te strooien, om ridderspoor te beschermen tegen deze liefhebbers.
Rusteloze ridder
Ridderspoor hoort bij de ranonkelfamilie en vormt daarin een enorm geslacht met wel 1100 cultivars. De plant komt vooral voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond, maar groeit ook in de bergen van tropisch Afrika. Een opmerkelijke eigenschap van ridderspoor is dat dit een van de weinige planten is die zich snel verveelt: om de twee jaar verplanten op een andere plek doet wonderen voor zijn groei- en bloeilust.
Trivia
-
De botanische naam Delphinium is afgeleid van het Latijnse woord voor dolfijn, omdat de knoppen iets weghebben van dit dier.
-
De bloem heeft naar achter stekende delen, die lijken op de sporen van ridders. Dat verklaart de Nederlandse naam ridderspoor.
-
Ridderspoor staat voor waarheid en bescherming.
