Kleuren en vormen
Vrolijk geel hartje en helderwitte of roze bloemblaadjes – de gekweekte madelief, ook bekend als Bellis, lijkt in de verte een beetje op de madeliefjes die je vaak tussen het gras ziet groeien. Van dichtbij wordt echter meteen duidelijk dat het hier een bijzondere variant betreft. De bloemen zijn groter en voller en hebben bloemblaadjes in meerdere lagen. Het verschil zit hem ook in de kleuren: naast wit en lichtroze is deze madelief er ook in knalroze. Het zijn sterke, zonnig tuinbloeiers die het goed doen in de volle grond, maar ook heel populair zijn als groen- en kleurbrengers in bakken, schalen en de eerste hangmanden van het jaar.
Herkomst
Madelief is een van de bekendste planten ooit. Vrijwel iedereen kent de bloemen en ze komen in het wild voor op elk continent, behalve Antartica. Zolang de grond vocht kan vasthouden, kan madelief groeien en bloeien, van februari tot en met april. Grappig is dat de plantjes gevoelig zijn voor licht en nattigheid. In de schemering en de regen gaan ze dicht, wordt het licht, dan richten ze zich naar de zon. De planten behoren tot de asterfamilie en vormen bladrozetten. Uit elk rozet komen bloemen omhoog tussen de lepelvormige of brede ovalen blaadjes. Naarmate de dagen langer en warmer worden, schieten de stengels verder omhoog (ze gaan 'rekken') waarmee ze over hun hoogtepunt heen zijn.
Trivia
● De Latijnse naam Bellis komt van 'bellus', wat 'mooi, lieflijk' betekent.
● Madelief staat ook bekend als meizoentje: het is de afscheidszoen van april aan mei.
● In Keltische sagen komt het Madeliefje voor als een plant die de groei kan stoppen. De fee Milka zou een prins stiekem madeliefjes geven, zodat hij eeuwig kind zou blijven.