Kardinaalsmuts (botanische naam: Euonymus) bloeit in mei met heel veel geelgroene bloemen die dicht op elkaar zitten. Omdat ze veel nectar bevatten, zijn het typische bijenmagneten. De bloemen ontpoppen zich gedurende de zomer tot bessen die in het najaar – afhankelijk van de soort felrood of helderroze kleuren. De vruchtjes hebben kleppen die openspringen zodat de oranje zaadjes naar buiten kunnen komen. Vogels zijn er dol op. Na de eerste nachtvorst dwarrelen er steeds meer bladeren van de struik. De bessen blijven nog geruime tijd zitten en vallen door hun rode kleur extra op in de steeds kaler wordende tuin. De heester wordt tot 4 meter hoog en is geschikt om een informeel ogende haag mee te laten groeien. Er is ook een kruipende soort, die geschikt is als bodembedekker of klimplant: hij kruipt met hechtwortels ook omhoog.
Allemansvriend
Kardinaalsmuts is een geslacht van ongeveer 170 tot 180 soorten uit de kardinaalsmutsfamilie die bestaat uit bladverliezende en groenblijvende struiken en kleine bomen. Ze komen wijd verspreid voor in Europa, Azië, Australië, Noord-Amerika en Madagaskar. Daar groeien ze graag in haagbeukbossen en langs beken.
Trivia
- De Nederlandse naam Kardinaalsmuts heeft betrekking op de vorm en de kleur van de vruchten, die op een kardinaalsmuts lijken. De wetenschappelijke naam Euonymos komt ban het Griekse 'eu' en onama' wat samen 'goede naam' betekent of in bredere zin 'geluk'.
- De oranje schillen van de zaden werden vroeger gebruikt om een kleurstof van te maken, de schillen waren ook het hoofdingrediënt van een luizenmiddel.
- Het hout van kardinaalsmuts is geel en heel geschikt voor draaiwerk, de bouw van muziekinstrumenten en als inleghout.