Kleuren en vormen
Jasmijn is een sierlijk struikje met mooie donkergroene bladeren en heerlijk geurende witte stervormige bloemen. De lange ranken kunnen om een boogje worden geleid, maar het heeft ook wel iets om ze de vrijheid te geven en bijvoorbeeld tegen een kast of langs een kozijn te laten groeien. Ze slingeren zich soepel om van alles heen, of het nu een lichtkoord of een lampstandaard is. Let er bij aankoop op dat een paar knoppen iets open zijn, dat biedt de beste kans dat jasmijn uitbundig zal bloeien.
Symboliek
De naam is afgeleid van het Perzische woord ‘yasmin’, dat ‘geschenk van God’ betekent. Jasmijn staat symbool voor puurheid, eenvoud, bescheidenheid en kracht. In de Filippijnen is jasmijn de nationale bloem, maar ook daarbuiten is het een internationale beroemdheid. Ze is wereldwijd bekend met bijnamen als Maagd van Orléans, Schone van India en Duce di Toscane. Het bekendst is de connectie met Damascus, waar in goede tijden in elk huis wel een jasmijnplant te vinden is. De geur van de verleidelijke plant zou, heel sprookjesachtig, nóg sterker zijn bij een wassende maan. En is rustgevend en kalmerend volgens onderzoek van de Heinrich Heine Universiteit in Düsseldorf. Dat maakt Jasmijn een ideale slaapkamerplant.
Herkomst
Jasmijn komt oorspronkelijk uit de Himalaya en de gematigde streken van China. Er zijn ongeveer 200 verschillende soorten, de eerste die een naam kreeg was Arabische jasmijn, officieel Jasminum sambac. De heerlijke geur maakte de plant mateloos populair onder alle lagen van de bevolking. Jasmijn kwam vanuit Perzië (het huidige Iran) via handelsroutes naar Europa. Oost en west zijn al eeuwen gefascineerd door de bloei. Van jasmijn kan de knop soms meer geuren dan de daadwerkelijke bloem en sommige soorten bloeien vooral na zonsondergang en 's nachts.