Gure wind, amper houvast, strenge vorst, zinderende zon – niets kan huislook eronder krijgen, behalve teveel water.
Huislook (wetenschappelijke naam: Sempervivum) is een bodembedekker die niet veel grond nodig heeft om te overleven. Je hebt er geen omkijken naar: zomer en winter groen, groeit als een dolle en vermenigvuldigt zichzelf. Huislook groeit in mooie groene bladrozetten waarvan de blaadjes een donker puntje hebben. De blaadjes zijn dik en vlezig, huislook slaat er vocht in op die het mogelijk maakt om te groeien op een rotsachtige bodem, dakpannen of een plat dak. Zo kan hij een oppervlak netjes 'dichtmetselen' met zijn blaadjes en korte wortels. De plant bloeit tussen april en augustus met lichtgele, witte of roze stervormige bloemen die vrij spectaculair zo'n 10 cm uit de rozet opstijgen met palmachtige stengels.
Bergbikkel
Huislook hoort bij de vetplantenfamilie, in het wild groeien er zo'n vijftig soorten in Azië en bergstreken in Europa en Rusland, zoals de Alpen, Dolomieten en de Kaukasus. Ze groeien meestal 3000 - 8000 meter boven de zeespiegel. Naast de ongeveer vijftig wilde soorten zijn er duizenden cultivars.
Trivia
- De botanische naam Sempervivum komt van het Latijnse 'semper' ('altijd') en 'vivus' ('levend'). Huislook gaat pas dood als hij uitgeput is van het bloeien en heeft zich dan al voortgeplant in de vorm van omliggende nazaten die de plek van de moederplant innemen.
- Huislook wordt al eeuwen op daken geplant als bliksemafleider. We zouden er voor de zekerheid een echte bij zetten, maar de plant is wel leuker om te zien.
- Huislook wordt van oudsher ook gezien als beschermer tegen brand: door het vele vocht in de planten, vat een groen dak niet snel vlam.