Kleuren en vormen
De Heliconia lijkt een kruising tussen de Indische rietpalm, paradijsvogelbloem en bananenplant. In de natuur kan de plant wel 5 meter hoog worden, maar voor je je plafond eruit laat halen: in huis wordt hij zo’n 30 cm. Tussen de flinke springerige bladeren groeien de schutbladeren, die een feestje maken van de bijzondere plant. Het zijn opvallende rode, ronde, puntige vormen met een vleugje groen en geel. Tussen de schutbladeren groeien dan weer kleine onopvallende rode, oranje, gele of roze bloemen. Je kunt kiezen voor de rechtopstaande of hangende bloeiwijzen.
Symboliek
Als je altijd jong en mooi wilt blijven, moet je een Heliconia aanschaffen. Je kunt het natuurlijk ook gelijk groots aanpakken en heel je huis vullen met de plant. Hij is namelijk vernoemd naar de Griekse berg Helikon, waar de muzen op woonden. Deze bewoners bleven altijd fris, fruitig, mooi en jong. De berg is nu het Zagrebgebergte in Boeotië (Midden-Griekenland).
Herkomst
De Heliconia komt uit Midden- en Zuid-Amerika en van enkele zuidelijke eilanden in de Stille Oceaan en is in 1786 voor het eerst beschreven. Nu wordt de sfeermaker wereldwijd in de tropen aangeplant. Vroeger behoorde hij tot de familie Musaceae en nu is het de enige plant in de familie Heliconiaceae. Er zijn wel 200 soorten, dus hij staat er toch zeker niet alleen voor!