Heliconia

Vlam in de pan… eh, pot

Vleermuizen en kolibries bevruchten ze, tevens smullen deze kleine vogeltjes samen met honingvogels ervan en wij genieten van de felle, vurige schutbladeren. Of van de vogelsnavels, het is net wat je er zelf in ziet. Daarnaast maken de kleine waterreservoirs in de bladeren het leven van vele muggen en kikkers mooier. Gelukkig gaat het dan om de buitenvarianten. En ga je zomers in de tuin of op het balkon zitten, dan houdt dit familielid van de Zingiberales je graag gezelschap. Een fijn stukje flora dus!

Kleuren en vormen

De Heliconia lijkt een kruising tussen de Indische rietpalm, paradijsvogelbloem en bananenplant. In de natuur kan de plant wel 5 meter hoog worden, maar voor je je plafond eruit laat halen: in huis wordt hij zo’n 30 cm. Tussen de flinke springerige bladeren groeien de schutbladeren, die een feestje maken van de bijzondere plant. Het zijn opvallende rode, ronde, puntige vormen met een vleugje groen en geel. Tussen de schutbladeren groeien dan weer kleine onopvallende rode, oranje, gele of roze bloemen. Je kunt kiezen voor de rechtopstaande of hangende bloeiwijzen.

Symboliek

Als je altijd jong en mooi wilt blijven, moet je een Heliconia aanschaffen. Je kunt het natuurlijk ook gelijk groots aanpakken en heel je huis vullen met de plant. Hij is namelijk vernoemd naar de Griekse berg Helikon, waar de muzen op woonden. Deze bewoners bleven altijd fris, fruitig, mooi en jong. De berg is nu het Zagrebgebergte in Boeotië (Midden-Griekenland). 

Herkomst

De Heliconia komt uit Midden- en Zuid-Amerika en van enkele zuidelijke eilanden in de Stille Oceaan en is in 1786 voor het eerst beschreven. Nu wordt de sfeermaker wereldwijd in de tropen aangeplant. Vroeger behoorde hij tot de familie Musaceae en nu is het de enige plant in de familie Heliconiaceae. Er zijn wel 200 soorten, dus hij staat er toch zeker niet alleen voor!