Als het aankomt op spannende najaarskleuren, is het moeilijk Chinese franjeboom (wetenschappelijke naam: Loropetalum chinense 'Black Pearl') te overtreffen. 'Boom' is overigens wat te sterk uitgedrukt. Het gaat hier om een struik met een brede kroon waarvan het nieuwe blad in de nazomer en het najaar tevoorschijn komt. Na de winter bloeit de sierstruik met hangende paarsrode bloemen met franjes (er zijn ook soorten met witte en felroze bloemen). De hartvormige bladeren van Chinese franjeboom zijn paars met een zweem van groen erover en blijven het hele jaar mooi van kleur. De plant wordt tussen de 70 en 100 cm hoog.
Vrolijke franjes
Chinese franjeboom hoort bij de toverhazelaarfamilie en groeit in China, Japan en Zuidoost-Azië, waar de struik meestal een slagje groter wordt dan hier. Hoewel de plant in Japan is veredeld, komt hij vaker voor in China en Noordoost-India. De sierstruik arriveerde rond 1880 in Europa met dank aan Charles Marles, die in Japan planten verzamelde voor Victoriaanse topkweker Veith. De kweker prees hem passend aan als 'een plant om te koesteren, omdat hij bloeit als de winter onverdraaglijk is, voor de explosie van het voorjaar'.
Trivia Chinese franjeboom
• De sierstruik heeft graag het gezelschap van Camellia, een vroege bloeier die het hele jaar door groen blijft.
• De onderkant van Chinese franjeboom kan soms wat kaal ogen. Dit los je op door er wat kleine planten onder te zetten of door hem diep te planten. In dat laatste geval ontstaan een natuurlijke bonsailook die goed past bij deze plant.
• Traditie in het verre oosten is rond de voet van Chinese franjeboom bollen van sneeuwklokjes te planten. De combinatie van het wit van de klokjes met de diepe kleur van het blad zorgt voor een visuele balans die met name in Japan heel belangrijk is.