Kleuren en vormen
Geen plant zo decoratief en surrealistisch als de Cactus. Uit een grijsgroene basis kan een knalroze bol groeien en tussen de stekels kunnen schitterende bloemen verschijnen. Mammillaria zijn bloeiende Cactussen, Echino is bolvorming met prachtige gelijkmatige ribbels. Gymnocalycium lijkt te zijn opgebouwd uit groene kogels en heeft een trechterbloem, Opuntia groeit in vlakke schijven. En Cereus is een zuil, die in het wild wel tien meter hoog kan worden.
De doorns van Cactussen vormen een eigen ecosysteem. In de natuur beschermen ze tegen aanvreten door dieren, nachtelijke kou en felle zon. Daarnaast zorgen ze voor een beetje afkoeling, dauwabsorptie en afvoer van neerslag. Verder is de plant prettig zelfredzaam. Cactussen hebben een groot wortelstelsel waarmee ze vocht opslaan in hun wortels, bladeren en stengels en zo grotendeels hun voeding reguleren.
Symboliek
Cactussen zijn in Midden-Amerika al eeuwenlang een vereerde bron van voedsel, drank, medicijnen, gereedschappen en bouwmaterialen. In Mexico komt Cactus zo vaak voor dat de plant zelfs het nationale wapen heeft gehaald, samen met een slang en een adelaar. Samen beelden ze de Tenochtitlan legende uit.
Herkomst
In het wild groeit cactus in Afrika en Midden- en Zuid-Amerika, zowel in koude hooggebergtes als in de tropische Cariben. Ze bestaan al sinds de prehistorie; uit opgravingen in Mexico is gebleken dat mensen Cactus kweekten voor de vruchten. Hoewel Cactussen vaak worden geassocieerd met de woestijn, zijn er maar een paar die tegen die tegen extreme droogte kunnen. De meeste Cactussen groeien in gebieden met 5-50 centimeter neerslag per jaar. Er zijn wel 1800 verschillende soorten. De grootste Cactus ter wereld is de saguaro, die 1 meter dik en 20 meter hoog kan worden en zich daarmee kan meten aan een forse boom.