Blauwe madelief (officiële naam: Felicia amelloides) heeft schitterend gekleurde bloemblaadjes in de kleur van een onbewolkte zomerhemel. Het blauw gaat van lila tot bijna kobalt. Deze groenblijvende, niet winterharde heester heeft fijne ovale groene blaadjes waar in de lente lange stengels uitgroeien die worden bekroond met bloemen die een beetje op margrieten lijken. Er zijn ook variëteiten met bont blad of witte bloemen en kweeksoorten op stam. Het is een heel natuurlijk ogende tuinbloeier die met het vrolijk gele hartje extra vlinders aantrekt.
Kustbewoner
Blauwe madelief hoort bij de asterfamilie en groeit in Zuid-Afrika in zanderige duinstreken en rotsige hellingen aan de kust. Daar kan de heester een meter breed en een halve meter hoog worden, de kweekversie is wat kleiner en houdt het op een hoogte van zo'n 40 cm. Er zijn 84 soorten bekend, waarvan er 79 in de kaapprovincies groeien. Omdat blauwe madelief redelijk tegen een beetje droogte en wind kan, is het ook een geliefde plant voor in hangmanden. Het uiterlijk van de plant maakt blauwe madelief daarnaast een aanwinst in kruidachtige borders.
Trivia
-
Blauwe madelief is in 1763 voor het eerst omschreven door botanicus Linnaeus en werd in 1818 genoemd naar een Duitse ambtenaar die de bloemen prachtig vond. De wetenschappelijke naam Felicia komt dan ook van deze Herr Felix.
-
De plant arriveerde halverwege de 18de eeuw in Europa en wordt daar sindsdien gekweekt.
-
De Latijnse naam staat voor geluk, de blauwe bloemen worden vaak geassocieerd met de Maagd Maria.