kleuren en vormen
De Abutilon heeft een fraai geribbeld, kruidachtig blad dat een beetje op groen fluweel lijkt. Het is een niet-winterharde, groenblijvende tuinbloeier om lang plezier van te hebben. Dit is vaak de plant die je bij het winterklaar maken van de tuin lekker nog even laat staan, omdat er dan nóg knoppen inzitten die dapper kleur blijven geven. De grote bloemen kunnen een beeldschone, eenvoudige vorm hebben (vijf bloemblaadjes en één stamper), maar er zijn ook soorten met weelderige bloemenrokjes of speciale stampers.
Abutilon is verkrijgbaar van april tot en met juli in struikvorm en op stam. In de natuur kan de plant tot wel 3 meter hoog worden. Er zijn zo'n 150 soorten bekend.
Herkomst
De Abutilon hoort bij de Malvaceae (kaasjeskruidachtigen) en groeit in tropische en subtropische gebieden in Zuid-Amerika, Afrika, Azië en Australië. Abutilon komt als geneeskrachtig kruid voor in de geschriften van Avicenna, ook bekend als Ibn Sina, een groot Perzisch denker die leefde rond het jaar 1000. Veel Abutilons die nu verkrijgbaar zijn, stammen af van een soort die Charles Darwin persoonlijk heeft meegenomen uit Brazilië.
Symboliek
De naam Abutilon komt uit het Arabisch en betekent zoveel als volharding: ondanks het frêle uiterlijk is Abutilon een opmerkelijk sterke plant.