‘Gooooodmorning Vietnam!’
Voor het betere tropische effect kies je minimaal één plant waarvan al je vriendinnen opgewonden gaan kakelen omdat ze zoiets nog nooit eerder hebben gezien. Zo als een Aesche… Aeschu… Aeschynanthus. Maar je mag ook lipstickplant zeggen. Deze uitgelaten gek heeft groene tot zwarte bloemknoppen met rode bloemen en groeit in Vietnam, Birma en Thailand in het wild. Dat wilde zit ook in het huiskamermodel: hij krult en draait zijn pot bijna uit, waardoor ie ook zonder bloemen indruk maakt. Wel even oefenen op de naam, om een echte kenner te lijken: ‘Aeschynanthus-Aeschynanthus-Aeschynanthus.’ Well done!
Obrigada, Calathea!
Calathea is de Gisèle Bündchen onder de tropische woonplanten. Braziliaans temperament, met bladgroen dat de samba danst en akelig slanke stengels met daarop een beeldschoon bloemhoofdje. Het zijn vooral de contrasten binnen één jungledesign die haar zo geschikt maakt voor een tropisch indoor thema. Het blad is bijvoorbeeld paars aan de onderkant en groen met zwart aan de bovenkant. En alsof dat nog niet flamboyant genoeg is, golft het nog ook. En dan die bloemen: knaloranje, net fakkeltjes op Ipanema Beach. Heel charmant aan deze huisgenoot: ze geeft aan wanneer het bedtijd is: ’s avonds ‘sluiten’ de bladeren zich door meer rechtop te gaan staan.
Hou je Gajra-producent lekker intact!
Aangezien oranje het uitstekend doet in een tropisch thema, zou je ook eens aan Crossandra kunnen denken. Bloeit uitzinnig alsof ze nog in India, Maleisië of Sri Lanka staat, lounge’d graag met je op je balkon en terras en kan dan uren vertellen over alle Indiase rituelen waar ze aan te pas komt. Ze brengt niets dan goeds met zich mee: de rijke bloei staat voor fortuin. Hoe mooi een ‘gajra’ (bloemenslinger) van Crossandra ook staat, je hebt natuurlijk aanzienlijk langer plezier van deze woonplant als je de bloemen er gewoon aan laat zitten.
Tropische verrassing
Medinilla magnifica. Het klinkt als bloeiende grootheidswaanzin en dat is het ook. Maar o-zo mooi en over-the-top exotisch. De grote bladen en vierkante stengels zijn op zich al reuze ‘regenwoud’. En daar krijg je dan nog roze schutbladeren bij, die zich openen tot tutu-achtige kelken. Waaruit – het is echt een doodvermoeiende diva – een soort pluimen komen die zich ontplooien tot trossen met zuurstokroze bloemetjes. Die eigenlijk bessen zijn. Kortom, met deze van oorsprong Filipijnse is altijd wat te beleven.
Madame Madagaskar
Als Stephanotis niet in een bepaalde vorm wordt geleid groeit ze uit in lange slingers die wel iets van bloeiende lianen weghebben en opgewekt hun eigen weg zoeken. Ze klimmen vrolijk in je kamerpalm, een kunstwerk, een armatuur of over je eettafel. Het zijn vooral de witte wasachtige stervormige bloemen die de plant iets sprookjesachtigs geven. De trompetjes toeteren een mengeling van lelie en jasmijn naar buiten die doet denken aan zwoele nachten onder het Zuiderkruis: mevrouw slingert van origine in Madagaskar.
Copyright: Flordania.dk
Urban rimboe
Weinig ruimte? Met een rieten matje, wat woonplanten die straks gewoon weer gezellig mee naar binnen verhuizen en een gezellig hardhouten zitje maak je op een paar vierkante meter je eigen paradijsje. De kunst is ook in de hoogte te werken (hangvarens geven lekker privacy en de Pacific-vibe) en te experimenteren met verschillende kleuren groen. Zo staan het donkere groen van de vingerplanten prachtig bij de chlorophytum in de bloembak. Die laatste is trouwens erg goed in kindjes maken, dus voor je het weet hangt je hele balustrade vol.
Copyright: Gypsyyaya.com